Monitor oorlogstrauma’s en Post Traumatic Stress Disorder (PTSD)

Al jaren lang worden in Nederland asielzoekers en vluchtelingen opgenomen die kort voor hun komst naar Nederland wrede en vaak levensbedreigende oorlogssituaties hebben meegemaakt. De persoonlijke ervaringen van deze mensen kunnen zeer divers zijn.
Ze kunnen in een oorlog of gewapend conflict deel hebben uitgemaakt van een van de strijdende partijen en dus werkelijk aan het front of in een guerrillaoorlog met wapens hebben gevochten. Het kunnen mishandelde krijgs- of politieke gevangenen zijn geweest van een “fout”regime. De oorlogssituaties hebben soms geleid tot de gewelddadige dood van dierbare personen van de betrokken asielzoeker of vluchteling. De oorlogssituatie en gevangenschap kunnen ook de oorzaak zijn van blijvend lichamelijk of geestelijk letsel bij de betrokkene(n).
Een “dingetje” vergeten
Het voorzien in de eerste primaire levensbehoeften en het opstarten van een inburgeringcursus is heel wat anders dan je verdiepen in de cultuur en belevingswereld van een asielzoeker of vluchteling. Uit recente geweldsincidenten waarbij vluchtelingen zijn betrokken, blijkt dat wij in onze aanpak tot inburgering een element onderbelicht hebben gelaten. Het gaat hier over trauma’s, angsten, Post Traumatic Stress Disorder, etc. met andere woorden wij hebben niet of amper in de ziel van de betrokkene gekeken of kunnen kijken. Diepgelegen, niet verwerkte emotionele problemen zijn niet of niet volledig in kaart gebracht, laat staan dat daarvoor een aanpak is ontwikkeld. Vroeg of laat gaat dit problemen opleveren voor de persoon in kwestie of voor zijn directe relaties en directe woonomgeving.
Respect en vertrouwen
De concrete vraag is hoe dicht kan je bij iemand komen om respect en absoluut vertrouwen te kunnen geven en wederzijds terug te kunnen krijgen. Als er wederzijds respect en vertrouwen is kan de betrokkene besluiten om ook zijn zielenroerselen en trauma’s met jou (als hulpverlener of begeleider) te delen. In dergelijke situaties mag er geen druk op de persoon worden uitgeoefend. Dan ben je snel weer teug bij af. De betrokkene moet uit eigener beweging informatie over zijn verleden met jou gaan delen. Dat is eigenlijk de grootste uitdaging.
Gecombineerde expertise en de inzet van rolmodellen
Het bovengenoemde proces is verre van gemakkelijk. Breekbaar vertrouwen moet beetje voor beetje sterker worden. Dat is geen simpele zaak. Brede expertise is daarbij onmisbaar. Eigenlijk is er een dubbele of gecombineerde expertise nodig. Afgezien van de taalbarrière zijn er nog twee hindernissen te nemen. Dit is het oorlogstrauma zelf en de op de achtergrond spelende culturele blokkade. Er is dus expertise nodig met betrekking tot de verwerking van oorlogstrauma’s en expertise voor het begrijpen van de specifieke cultuur en zeden van de betrokkene. Van Aziaten weten wij inmiddels dat de cultuur verbiedt om openlijk te huilen in het openbaar of te huilen waar onbekenden bij zijn. De meest verschrikkelijke verhalen worden daardoor met een glimlach verteld waardoor de indruk ontstaat dat de betrokkene het allemaal niet meer zo erg vindt. Het tegendeel is echter waar. Ik pleit graag voor de inzet van rolmodellen of ervaringsdeskundigen die in het zelfde conflict of in dezelfde oorlog trauma’s hebben opgelopen. Het allerbeste contact ontstaat wanneer deze hulpverlener zelf, of met behulp van experts, een methode of manier heeft gevonden om met die verschrikkelijke ervaringen te dealen.
Weinig ervaring met het probleem op locaal niveau
Over het algemeen is men in Nederland niet bekend met het herkennen en onderkennen van oorlogstrauma’s. Allereerst moeten de hulpverleners en sociale partners het probleem en de achterliggende emoties kunnen herkennen. Vervolgens moet men onderkennen dat er een speciale aanpak nodig zal zijn om dit probleem op te pakken en dat men dit zelf met de eigen organisatie niet succesvol in kan invullen. Soms zijn er vermoedens door bepaald gedrag van de betrokken persoon. Vaak is er sprake van het afreageren van het probleem in de vorm van een drank en/of drugsverslaving, geïrriteerd gedrag, ernstige slapeloosheid, woede uitbarstingen, verwijdering van gezin, familie en kennissen, verstoorde verhoudingen op het werk.
Taboe
Vaak wordt er door de betrokken persoon niet over het verleden en de nare ervaringen gepraat. Dat gebeurt bij asielzoekers en vluchtelingen maar wij hebben dat ook massaal gezien bij onze “Indiëgangers”. Het kan zijn dat men zich schaamt voor het verleden of dat hierover praten tegen de culturele zeden en gewoonten indruist. Daardoor stopt bij de betrokkene het verwerkingsproces. De problemen blijven onderhuids, en blijven, al dan niet latent, aanwezig. Door bepaalde trigger factoren kunnen deze verschrikkelijke gevoelens manifest worden, waardoor opeens onverwacht afwijkend gedrag op kan treden. Vaak levert dit verdere escalatie op en soms eindigt dit in openlijk agressief gedrag, waarbij zelfs slachtoffers te betreuren zijn.
Expertise maar beperkt voor handen
Het begeleiden van de verwerking van oorlogstrauma’s vereist dus een goede aanpak met speciale expertise, die zeker niet overal lokaal voor handen is. Landelijk is er zeer beperkte capaciteit. Operationele diensten zoals politie en brandweer hebben wel eigen begeleidingsteams in het leven geroepen om collega’s te helpen bij het verwerken van trauma’s en ingrijpende gebeurtenissen. Maar ook daar blijkt niet alles perfect te gaan. Eric Akerboom heeft onlangs nog op televisie verklaard dat deze speciale nazorg beter kan en ook beter moet.
PTSD bij de krijgsmacht
Ook onze, van VN missies terugkerende militairen, lopen hier tegen aan. Sommige soldaten hebben bij of na VN missie te maken gekregen met Post Traumatic Stress Disorder (PTSD). Dit syndroom zorgt voor betrokkene voor een zeer lange periode met ernstige sociale en psychische problemen. Dat geldt niet alleen voor de betrokken (ex)militair maar ook voor zijn gezin, sociale contacten en de Nederlandse maatschappij. Het Ministerie van Defensie ging en gaat onwennig met deze situaties om. Onbegrip is de vaak gehoorde klacht van de door het PTSD geplaagde (ex)militairen. Ook hier is te weinig mankracht en expertise om deze grote problemen aan te pakken.
Ontkenning en onder de mat schuiven
De problemen werden “onder de pet gehouden” of toepasselijk “onder het groene camouflage net geschoven”. Veel ex-soldaten zochten daarop de publiciteit en de media om hun probleem bij Defensie op de agenda te krijgen. De media hielpen mee om de falende nazorg aan de kaak te stellen door ook de omvang in kaart te brengen. Uit inmiddels opgedane ervaringen met de inmiddels verbeterde nazorg is wel duidelijk geworden dat elk mens oorlog- en stresssituaties anders ervaart en verwerkt. Het maken van een goed plan van aanpak voor de nazorg en de uitvoering daarvan zijn daardoor ingewikkelde maatwerkprocessen geworden. Het traject is erg lang (soms jaren) en daardoor erg kostbaar. Daarboven op komt de vaak forse schadeclaim van de slachtoffers. Die vaak geheel of gedeeltelijk worden afgewezen. Er ontstaat daardoor druk op de overheid.
Agressief gedrag
Dat het bij het niet tijdig signaleren en aanpakken van het in militaire missies opgelopen PTSD helemaal fout kan gaan zien wij geregeld in het nieuws. Onvoorspelbaar, controleerbaar, zeer gewelddadig optreden door Amerikaanse veteranen waarbij vele doden vallen is helaas een te vaak voorkomende gebeurtenis. Amerikaanse wetenschappers komen met schokkende cijfers. Van de Vietnam veteranen is bij 30% PTSD gediagnosticeerd. Bij de Gulf War is dat 10% en bij de laatste grote vredesoperaties OEF en OIF is dat weer toegenomen tot 15%. Maar ook in ons eigen land kennen wij familiedrama’s waar een teruggekeerde militair niet meer in het ideale gezinsplaatje bleek te passen. Hij vermoorde zijn gezin met een vuurwapen. Omdat dergelijke incidenten vaak geruime tijd na de beëindiging van de missie plaatsvinden en het hier vaak ex-militairen betreft waarvan de diensttijd is beëindigd is bij Defensie het personeelsdossier al afgesloten. De ex-militair heeft daardoor geen gezagsverhouding meer met Defensie. Hij of zij is daardoor inwoner van een bepaalde gemeente (met grote emotionele problemen). De schadeclaim gaat richting Defensie, de nazorg schuift van Defensie naar de gemeente.
Integraal samenwerken door betrokken instanties
Het voorkomen van ongewenst, gevaarlijk gedrag is belangrijk, maar meer nog het concreet oplossen van het achterliggende probleem en de uitgebalanceerde, professioneel goed begeleide verwerking van de oorlogservaringen en PTSD.
Eigenlijk moeten alle betrokken partijen die bemoeienis hebben met deze persoon, of gezin, contact met elkaar zoeken en informatie delen om een solide en uitvoerbaar plan van aanpak te kunnen maken. In de dagdagelijkse praktijk is er nog steeds sprake van verkokering die een succesvolle samenwerking in de weg staat. Met denken in de eigen kolom ga je er niet komen. Integraal denken en werken wordt het devies.
Andere partners in het overleg
Deze specifieke problematiek vraagt om andere samenwerkingspartners. De kennis over en de ervaringen met deze asielzoekers en vluchtelingen en militairen berust vaak bij andere partners dan de reguliere sociale- en veiligheidspartners. De vrijwilligers van het Vluchtelingenwerk, de kerken, de integratiebegeleiders hebben door de laagdrempeligheid vaak betere informatie over de betrokken personen dan het sociaal- en Jeugdteam. Bij militairen met PTSD kan wel informatie bij het Sociaal Team bekend zijn vanwege de geconstateerde gezinsproblematiek.
Vroegsignalering en sluitende domeinoverschrijdende regie op de nazorg bij oorlogstrauma’s
Door de C3Group uit Leerdam is in een SMART ingerichte software applicatie het hele proces van de vroegsignalering van oorlogstrauma’s uitgewerkt. De vroegsignalering door een van de betrokken partijen kan in de applicatie worden verrijkt met relevante informatie van de diverse sociale- en veiligheidspartners. De informatie wordt vastgelegd op leefgebied. De applicatie kent een multidisciplinair afstemmingsoverleg waarin alle betrokken partners kunnen aanschuiven. In het overleg worden zowel notulen als besluitenlijsten gegenereerd. Probleem- en doelstellingen kunnen in het systeem worden opgenomen. In de applicatie zijn de leefgebieden opgenomen van betrokkene(n) die met kleuren rood, oranje en groen gevisualiseerd worden. Op basis van deze gebundelde informatie en de uitkomsten van het multidisciplinair overleg is het mogelijk om een domeinoverschrijdend, sluitend, integraal plan van aanpak te generen. De applicatie biedt nog een extra voordeel door de uitvoering van de genomen besluiten en de uitvoering van het plan van aanpak te monitoren. Tot slot kan het systeem een brede managementrapportage genereren. In de applicatie komt alle relevante informatie voor de aanpak centraal bij elkaar. De nazorg die de diverse experts en instanties gaan geven wordt in deze applicatie met elkaar afgestemd en de uitvoering wordt gemonitord.
De 3Group een betrouwbare en ISO 27001 gecertificeerde partner
De C3Group was ruim voor de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming al officieel ISO 27001 gecertificeerd. Dat betekent dat niet alleen ons bedrijf aan de eisen van de AVG voldoet, maar dat ook onze SMART software applicaties aan de AVG eisen voldoen. Dit geeft u en ons een vertrouwd en veilig gevoel. Wilt u meer weten over onze ISO 27001 gecertificeerde applicaties neem dan gerust contact met ons. Wij vertellen u er graag, geheel vrijblijvend, meer over.